“Iedereen zegt me dat het zo snel gegaan is, maar dat gevoel heb ik niet”
Sinds mijn bezoek aan het atelier van de Genkse schoenenontwerper Stefan Meuwissen, krijg ik ze maar niet uit mijn hoofd, de Keira’s: een geraffineerd paar zwarte, enkelhoge schoenen in suède, afgewerkt met lakleder en voorzien van een prachtige hak. Omdat ik niet weet of de Kerstman tegemoet zal komen aan mijn ijdele wensen, neem ik mezelf voor om alvast een Keira-spaarpotje aan te leggen. En verdiep ik me ondertussen in de bijzondere wereld van de ontwerper.
De kans bestaat dat u nog nooit van Stefan Meuwissen hebt gehoord. Maar de kans is wellicht nog groter dat u in de toekomst steeds vaker van deze Limburgse schoenenontwerper zal horen. Zijn damesschoenen, veelal mét ravissante high heel, doen menig vrouwenhart sneller slaan, niet alleen het mijne. Misschien niet meteen wat je verwacht van iemand met een boekhouddiploma op zak. “Het leven zit vol verrassingen,” lacht Stefan Meuwissen. “Als kind was ik wel graag met mijn handen bezig en bijvoorbeeld best wel handig met Lego-blokjes, maar een carrière als schoenenontwerper had ik toch niet meteen in gedachten. Ik heb wel altijd veel belang gehecht aan esthetiek, maar pas de laatste jaren spitste mijn fascinatie zich meer en meer toe op damesschoenen.”
“Ik hou enorm van modesteden als Parijs, Londen, New York en Milaan en tijdens mijn vele trips viel het me meer en meer op hoe erg vrouwen met hun schoenen bezig zijn. Onderweg naar het werk, in de metro, nog snel, haast routineus, hun ballerina’s of sneakers verruilen voor een paar hoge hakken… Om vervolgens elegant en zelfverzekerd de metro af te stappen, op naar kantoor. Dat boeide me, de metamorfose die ze door die schoenenwissel leken te ondergaan. Ik kreeg meer en meer zin om daar zelf iets mee te doen. Dus begon ik, die amper ooit een potlood had aangeraakt, voorzichtig te schetsen.”
“Die eerste post-its zie je hier nog hangen. Aanvankelijk lag het niet in mijn bedoeling om er meer mee te doen dan dat. En toch kriebelde het. Dus trok ik enkele maanden later naar Londen voor een eerste opleiding aan het London College of Fashion, later volgde ik er nog een tweede. Ik leerde niet alleen een pak op creatief vlak, ook de praktische, zakelijke kant van ontwerpen kwam aan bod.”
Gek geworden
“Die eerste maanden durfde ik zelfs niets aan mijn vrienden te vertellen over mijn eerste stappen in die bijzondere wereld. Toen ik toch de moed verzameld had om dat te doen, keken ze me toch enkele seconden aan alsof ik wartaal uitsloeg. Maar al snel veranderde hun ongeloof in steun en werden ze de getuigen van het tot stand komen van mijn eerste paar schoenen.”
Dat bleek toch niet zo evident. “Met amper één schets, en dan nog eentje zonder technische uitwerking, trok ik naar Italië, toch het mekka van kwaliteitsvolle schoenen. De hoogmis van de schoenenindustrie is de schoenenbeurs MICAM, die jaarlijks plaatsvindt in Milaan. Daar slaagde ik erin om contacten te leggen met enkele fabrieken, die ik twee maanden later stuk voor stuk bezocht. Ik moet zowat het hele land doorkruist hebben in die periode. Jammer genoeg bleken die bezoeken niet erg succesvol. Het merendeel van de schoenenfabrieken nam enkel grote orders aan. Daar sta je dan met een enkele schets, en een beperkt budget. Bij de allerlaatste fabriek op mijn lijstje, vielen de puzzelstukken echter mooi samen. Het prototype dat een andere fabriek een tijdje eerder had gemaakt en ik bij me had als voorbeeld, zette meteen tutta la famiglia in rep en roer (lacht). De lamentabele kwaliteit van deze schoen was volgens hen een Italiaan onwaardig! Om de eer van het Italiaanse ambacht te redden, en misschien ook wel omdat ze wat met me te doen hadden, hebben ze de schoen meteen opnieuw gemaakt. Een mooi begin van onze samenwerking. Ondertussen ben ik er kind aan huis, letterlijk. Ik slaap bij de familie, eet er, krijg de sleutels van de fabriek. Een heerlijk warme tweede thuis is het geworden. En, dat is misschien nog belangrijker, bij hen geen toegevingen op het vlak van kwaliteit, maar Italiaans vakmanschap op zijn best!”
“Na de lancering van mijn eerste collectie, die acht modellen telde, opende ik mijn atelier in Genk. Dat was op 6 maart 2013. En sinds die eerste collectie ben ik schoenen blijven maken.”
Wie het schoentje past…
Hoe zou hij die schoenen het best omschrijven? “De perfecte schoen straalt voor mij tijdloze klasse uit, oogt stijlvol en verfijnd. Alles, echt alles, moet goed zijn. Toegevingen wil ik niet doen, het plaatje moet van a tot z kloppen: qua vorm, materiaal, draagcomfort, uitzicht,... Aan mijn eerste leest heb ik maar liefst zes maanden gewerkt. Pas toen was ik helemaal tevreden. Ik ontwerp vooral stiletto’s, maar ook op een hak van 10,5 centimeter moet je comfortabel kunnen lopen. Om zeker te zijn dat dat het geval is, krijg ik regelmatig twee vriendinnen op pasbezoek. Met hun feedback ga ik dan aan de slag om eventuele aanpassingen te doen. Afspraak is dat ze wel enkel kritiek mogen geven op de pasvorm, niet op het ontwerp (lacht). Hoewel ik een echte adept ben van high heels, heb ik ondertussen ontwerpen met een lagere hak toegevoegd aan de collectie. In de zomercollectie van volgend jaar vind je zelfs ballerina’s, gebaseerd op een bijzondere leest uit de jaren ’50. Heren vinden het soms wat ongemakkelijk om kleiner te tonen dan hun partner. En dat risico loop je natuurlijk wel met een hak van 10,5 centimeter. Je ziet, ook aan hun bekommernissen kom ik tegemoet (lacht).”
London baby!
“Je kan iets heel moois maken, maar als de mensen je niet kennen, stopt het verhaal, hoe gedreven je ook bent. Misschien ben ik wat ongeduldig. Iedereen zegt me wel dat ik al heel wat heb bereikt, maar ik zou graag nog een versnelling hoger schakelen: niet alleen in België de nodige naambekendheid vergaren, maar ook in Parijs en Londen voet aan de grond krijgen.”
“Het prijskaartje van mijn ontwerpen maakt het niet meteen evident om ze in de markt te zetten. Toen ik de kans kreeg om een samenwerking aan te gaan met de Londense ontwerpster Fleur Kelinza, heb ik die dan ook met beide handen gegrepen. We hebben mekaar eerder toevallig ontmoet. Zij was een van de eerste personen die mijn Twitter-pagina volgde. Toen ik een tijdje later voor een opleiding naar Londen trok, heb ik een ontmoeting met haar echtgenoot en medezaakvoerder kunnen regelen. Hij besloot zijn echtgenote niet alleen mooie schoenen cadeau te doen, maar stelde ook voor om de krachten te bundelen in het kader van de London Fashion Week. Een unieke kans! En na enkele maanden keihard werken, gaf het zo’n fantastisch gevoel om die modellen de op catwalk te zien lopen met mijn schoenen aan.”
“En toch vertoef ik het liefst hier, in mijn atelier, aan mijn tekentafel. ’s Avonds, met een fijne plaat op, een glas wijn bij de hand, voel ik de inspiratie opborrelen. Sommige ontwerpen ontstaan echt uit het niets, gewoon uit één enkele lijn op het blad. Voor andere ontwerpen haal ik mijn inspiratie uit films, oude wagens, gebouwen. Had je me vroeger gezegd dat ik me ooit aan een carrière als schoenontwerper zou wagen, was ik wellicht van mijn stoel gedonderd. Maar nu voelt het heel vertrouwd. Heel goed, net als mijn schoenen, denk ik (lacht).”